Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lemma:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lemma (Nederlands) in het Zweeds

lemma:

lemma [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lemma (hoofdwoord)
    lemma
    • lemma [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lemma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lemma hoofdwoord; lemma

Wiktionary: lemma


Cross Translation:
FromToVia
lemma lemma lemma — mathematics: proposition used mainly in the proof of some other proposition
lemma lemma LemmaLexikographie, Linguistik: das Stichwort in der Grundform eines Wortes (also die Form, unter der man ein Wort im Lexikon sucht); siehe auch: Lemmaselektion
lemma lemma LemmaMathematik, Logik: ein Satz, der Bedeutung vor allem als Hilfssatz im Beweis eines wichtigeren Satzes hat