Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lozen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lozen (Nederlands) in het Zweeds

lozen:

lozen werkwoord (loos, loost, loosde, loosden, geloosd)

  1. lozen (afvoeren; afscheiden; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen)
    tömma; avleda; låta avrinna; uttappa
    • tömma werkwoord (tömmer, tömmde, tömmt)
    • avleda werkwoord (avleder, avledde, avlett)
    • låta avrinna werkwoord (låter avrinna, låt avrinna, låtit avrinna)
    • uttappa werkwoord (uttappar, uttappade, uttappat)

Conjugations for lozen:

o.t.t.
  1. loos
  2. loost
  3. loost
  4. lozen
  5. lozen
  6. lozen
o.v.t.
  1. loosde
  2. loosde
  3. loosde
  4. loosden
  5. loosden
  6. loosden
v.t.t.
  1. heb geloosd
  2. hebt geloosd
  3. heeft geloosd
  4. hebben geloosd
  5. hebben geloosd
  6. hebben geloosd
v.v.t.
  1. had geloosd
  2. had geloosd
  3. had geloosd
  4. hadden geloosd
  5. hadden geloosd
  6. hadden geloosd
o.t.t.t.
  1. zal lozen
  2. zult lozen
  3. zal lozen
  4. zullen lozen
  5. zullen lozen
  6. zullen lozen
o.v.t.t.
  1. zou lozen
  2. zou lozen
  3. zou lozen
  4. zouden lozen
  5. zouden lozen
  6. zouden lozen
en verder
  1. ben geloosd
  2. bent geloosd
  3. is geloosd
  4. zijn geloosd
  5. zijn geloosd
  6. zijn geloosd
diversen
  1. loos!
  2. loost!
  3. geloosd
  4. lozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lozen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. lozen (spuien)
    avföra
    • avföra [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lozen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avföra lozen; spuien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avföra afvoeren; doen wegvloeien
avleda afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen
låta avrinna afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen
tömma afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen ledigen; leeggieten; leeghalen; leegmaken; leegpompen; leegstorten; legen; plunderen; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitnemen; uitpersen; uitplunderen; uitpompen; uitschudden; uitzuigen
uttappa afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen

Verwante vertalingen van lozen