Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mond:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mond (Nederlands) in het Zweeds

mond:

mond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mond
    käft; mun; nos
    • käft [-en] zelfstandig naamwoord
    • mun zelfstandig naamwoord
    • nos [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
käft mond bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel
mun mond bek; kleine slok; muil; slokje; smoel; smoelwerk; waffel
nos mond neus; neus anatomie; tuit
- klep; lip

Verwante woorden van "mond":

  • mondden, monden

Synoniemen voor "mond":


Verwante definities voor "mond":

  1. holte achter je lippen waarmee je eet en praat1
    • ik stak een stuk brood in zijn mond1

Wiktionary: mond

mond
noun
  1. ingang van het spijsverteringskanaal

Cross Translation:
FromToVia
mond käft; mun mouth — the opening of an animal through which food is ingested
mond mun MundAnatomie: Öffnung im unteren Teil des menschlichen Gesichtes (beim Tier: Maul, Schnabel), hauptsächlich zur Nahrungsaufnahme und zur Lautbildung benutzt
mond mun bouche — Ouverture pour se nourrir.
mond mun embouchure — géographie|fr lieu où se jeter un fleuve dans la mer ou par lequel une rivière se jette dans un fleuve ou dans une autre rivière.

Verwante vertalingen van mond