Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. morgen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor morgen (Nederlands) in het Zweeds

morgen:

morgen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de morgen (ochtend)
    morgon
    • morgon [-en] zelfstandig naamwoord

morgen

  1. morgen

Vertaal Matrix voor morgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morgon morgen; ochtend
- ochtend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
imorron morgen

Verwante woorden van "morgen":

  • morgens, morgentje, morgentjes

Synoniemen voor "morgen":


Antoniemen van "morgen":


Verwante definities voor "morgen":

  1. de dag na vandaag1
    • morgen kom ik op bezoek1
  2. tijd vanaf zonsopgang tot de middag1
    • 's morgens sta ik vroeg op1

Wiktionary: morgen


Cross Translation:
FromToVia
morgen morgon morning — the part of the day after midnight and before midday
morgen imorgon; i morgon tomorrow — on the day after the present day
morgen morgondag tomorrow — the day after the present day
morgen i morgon; imorgon morgenZeitangabe: am Tag nach dem heutigen Tag
morgen morgon matin — De minuit à midi
morgen morgon matinée — La partie du matin qui écouler depuis le point du jour jusqu’à midi.