Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. must:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor must (Nederlands) in het Zweeds

must:

must [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de must (vereiste)
    måste; krav
    • måste zelfstandig naamwoord
    • krav [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor must:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krav must; vereiste aanspraak maken op; aanspraken; benodigdheid; claim; materiaal; opvragen; opvraging; pretentie
måste must; vereiste aandrang; drang; moeten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
måste believen; moeten; willen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
måste cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; per se; vereist

Verwante woorden van "must":

  • musts

Wiktionary: must


Cross Translation:
FromToVia
must måste Muss — etwas, das absolut notwendig ist