Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal muur

Vertaal muur van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

muur:
- mur; fästningsmur; trämur
Wiktionary:
- muur → mur, vägg
- muur → mur, vägg, vall

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor muur (Nederlands) in het Zweeds

muur:

muur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de muur (heining)
mur; fästningsmur; trämur
- mur [-en] zelfstandig naamwoord
- fästningsmur [-en] zelfstandig naamwoord
- trämur zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fästningsmur	heining; muur
mur	heining; muur	kamerwand; wand
trämur	heining; muur

Verwante woorden van "muur":

muren, muurtje, muurtjes

Verwante definities voor "muur":

rechtopstaande, stenen wand¹
- ik schilder de muren van mijn huis wit¹

Wiktionary: muur

muur

noun

verticale vlakke constructie van steen
- muur → mur; vägg

Cross Translation:

From	To	Via
• muur	→ mur	↔ Mauer — Sport, Fußball: Reihe von Spielern, die sich bei einem Freistoß vor den Ball stellen
• muur	→ vägg; mur	↔ Mauer — Wand eines Gebäudes aus Stein, Beton oder auch Lehm
• muur	→ mur	↔ Mauer — Bauwerk in Form einer freistehenden Wand (manchmal mit einem Gang darin)
• muur	→ vall	↔ wall — defensive rampart built up of earth, stone etc.
• muur	→ mur	↔ wall — structure built for defense surrounding or separating an area
• muur	→ vägg	↔ wall — permanent, substantial side or division in a building

Verwante vertalingen van muur

¹Muiswerk Woordenboek