Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nippen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nippen (Nederlands) in het Zweeds

nippen:

nippen werkwoord (nip, nipt, nipte, nipten, genipt)

  1. nippen (langzaam drinken)
    nippa; dricka långsamt
    • nippa werkwoord (nippar, nippade, nippat)
    • dricka långsamt werkwoord (dricker långsamt, drack långsamt, druckit långsamt)

Conjugations for nippen:

o.t.t.
  1. nip
  2. nipt
  3. nipt
  4. nippen
  5. nippen
  6. nippen
o.v.t.
  1. nipte
  2. nipte
  3. nipte
  4. nipten
  5. nipten
  6. nipten
v.t.t.
  1. heb genipt
  2. hebt genipt
  3. heeft genipt
  4. hebben genipt
  5. hebben genipt
  6. hebben genipt
v.v.t.
  1. had genipt
  2. had genipt
  3. had genipt
  4. hadden genipt
  5. hadden genipt
  6. hadden genipt
o.t.t.t.
  1. zal nippen
  2. zult nippen
  3. zal nippen
  4. zullen nippen
  5. zullen nippen
  6. zullen nippen
o.v.t.t.
  1. zou nippen
  2. zou nippen
  3. zou nippen
  4. zouden nippen
  5. zouden nippen
  6. zouden nippen
diversen
  1. nip!
  2. nipt!
  3. genipt
  4. nippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nippen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dricka långsamt langzaam drinken; nippen
nippa langzaam drinken; nippen