Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. omvang:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omvang (Nederlands) in het Zweeds

omvang:

omvang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omvang (grootte; mate; dimensie; )
    mått; utsträckning; storlek; omkrets; dimension
  2. de omvang
    utsträckning

Vertaal Matrix voor omvang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dimension afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang afmeting; dimensie; maat
mått afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang maateenheid; maatregel; meting; opmeting; schikking; voorziening
omkrets afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang cirkelomtrek; krompasser; schakeling
storlek afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang grootte in de ruimte; inhoud; rijzigheid; volume
utsträckning afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang uitrekking; uitstrekking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
storlek diepte loden; grootte wijzigen

Verwante woorden van "omvang":

  • omvangen

Wiktionary: omvang


Cross Translation:
FromToVia
omvang amplitud; magnitud amplitude — magnitude
omvang omkrets girth — the distance measured around an object
omvang omfång UmfangGeometrie: Länge des Randes einer Fläche
omvang omfång; storhet; storlek ampleurcaractère de ce qui est ample.
omvang trängsel; stockning encombrementaction d’encombrer ou résultat de cette action.
omvang omfång; storhet; storlek taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.