Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. omwonende:
  2. omwonend:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omwonende (Nederlands) in het Zweeds

omwonende:

omwonende [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de omwonende
    närområde; omgivning

Vertaal Matrix voor omwonende:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
närområde omwonende
omgivning omwonende leefmilieu; leefomgeving; milieu; omgeving; omstreek; omtrek

Verwante woorden van "omwonende":


omwonende vorm van omwonend:

omwonend bijvoeglijk naamwoord

  1. omwonend
    närbelägen; närbeläget

Vertaal Matrix voor omwonend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
närbelägen omwonend
närbeläget omwonend

Verwante woorden van "omwonend":