Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ongeldig worden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongeldig worden (Nederlands) in het Zweeds

ongeldig worden:

ongeldig worden werkwoord (word ongeldig, wordt ongeldig, werd ongeldig, werden ongeldig, ongeldig geworden)

  1. ongeldig worden
    gå ut; förfalla; upphöra; löpa ut
    • gå ut werkwoord (går ut, gick ut, gått ut)
    • förfalla werkwoord (förfaller, förföll, förfallit)
    • upphöra werkwoord (upphör, upphörde, upphört)
    • löpa ut werkwoord (löper ut, löpte ut, löpt ut)

Conjugations for ongeldig worden:

o.t.t.
  1. word ongeldig
  2. wordt ongeldig
  3. wordt ongeldig
  4. worden ongeldig
  5. worden ongeldig
  6. worden ongeldig
o.v.t.
  1. werd ongeldig
  2. werd ongeldig
  3. werd ongeldig
  4. werden ongeldig
  5. werden ongeldig
  6. werden ongeldig
v.t.t.
  1. ben ongeldig geworden
  2. bent ongeldig geworden
  3. is ongeldig geworden
  4. zijn ongeldig geworden
  5. zijn ongeldig geworden
  6. zijn ongeldig geworden
v.v.t.
  1. was ongeldig geworden
  2. was ongeldig geworden
  3. was ongeldig geworden
  4. waren ongeldig geworden
  5. waren ongeldig geworden
  6. waren ongeldig geworden
o.t.t.t.
  1. zal ongeldig worden
  2. zult ongeldig worden
  3. zal ongeldig worden
  4. zullen ongeldig worden
  5. zullen ongeldig worden
  6. zullen ongeldig worden
o.v.t.t.
  1. zou ongeldig worden
  2. zou ongeldig worden
  3. zou ongeldig worden
  4. zouden ongeldig worden
  5. zouden ongeldig worden
  6. zouden ongeldig worden
diversen
  1. word ongeldig!
  2. wordt ongeldig!
  3. ongeldig geworden
  4. ongeldig wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ongeldig worden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förfalla ongeldig worden afnemen; afrotten; bederven; bouwvallig worden; brokkelen; dalen; declineren; kruimelen; minder worden; minderen; rotten; tanen; teruggaan; vergaan; verkommeren; verminderen; vermolmen; verrotten; vervallen; wegrotten
gå ut ongeldig worden eruit gaan
löpa ut ongeldig worden
upphöra ongeldig worden aflaten; belanden; ermee uitscheiden; geraken; opgeven; ophouden; staken; stoppen; terechtkomen; uitscheiden; verzeilen

Verwante vertalingen van ongeldig worden