Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ongeschiktheid (Nederlands) in het Zweeds
ongeschiktheid:
-
de ongeschiktheid (onbekwaamheid; incompetentie)
Vertaal Matrix voor ongeschiktheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inkompetens | incompetentie; onbekwaamheid; ongeschiktheid | onbevoegdheid |
oduglighet | incompetentie; onbekwaamheid; ongeschiktheid | |
oförmåga | incompetentie; onbekwaamheid; ongeschiktheid | invaliditeit; onbevoegdheid |
Verwante woorden van "ongeschiktheid":
ongeschikt:
-
ongeschikt (incapabel; onbekwaam; incompetent)
inkapabel; inkompetent; inkapabelt-
inkapabel bijvoeglijk naamwoord
-
inkompetent bijvoeglijk naamwoord
-
inkapabelt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ongeschikt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inkompetent | ondeskundige | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inkapabel | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | |
inkapabelt | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | |
inkompetent | incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt | incompetent; onbevoegd |