Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onkruid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onkruid (Nederlands) in het Zweeds

onkruid:

onkruid [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het onkruid
    ogräs
    • ogräs [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onkruid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ogräs onkruid ganja; woekerplant

Verwante definities voor "onkruid":

  1. planten die groeien op plaatsen waar je ze niet wilt1
    • we gaan vanmiddag onkruid wieden in de tuin1

Wiktionary: onkruid

onkruid
noun
  1. planten die voorkomen op plekken waar ze niet gewenst zijn

Cross Translation:
FromToVia
onkruid ogräs weed — unwanted plant