Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onvast:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvast (Nederlands) in het Zweeds

onvast:

onvast bijvoeglijk naamwoord

  1. onvast (wankel; wankelend; wankelbaar; rank; los)
    ostadig; vingligt; ostadigt; raglande
  2. onvast (niet zeker; ongewis)
    osäker; osäkert

Vertaal Matrix voor onvast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raglande gesteiger; wankeling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ostadig los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend beverig; inconsistent; insolide; onstabiel; schommelend; variabel; variërend; veranderlijk; wiebelig
ostadigt los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend beverig; inconsistent; insolide; onstabiel; schommelend; variabel; variërend; veranderlijk; wiebelig
osäker niet zeker; ongewis; onvast gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; halfslachtig; lastige; onstandvastig; twijfelmoedig; wankelmoedig
osäkert niet zeker; ongewis; onvast halfslachtig; lastige; onstandvastig; onveilig; twijfelmoedig; wankelmoedig
raglande los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
vingligt los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend

Verwante woorden van "onvast":

  • onvastheid