Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opdoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdoen (Nederlands) in het Zweeds

opdoen:

opdoen werkwoord (doe op, doet op, deed op, deden op, opgedaan)

  1. opdoen (onverlangd krijgen; oplopen)
    ; finna; fatta; skaffa sig
    • werkwoord (får, fick, fått)
    • finna werkwoord (finner, fann, funnit)
    • fatta werkwoord (fattar, fattade, fattat)
    • skaffa sig werkwoord (skaffar sig, skaffade sig, skaffat sig)

Conjugations for opdoen:

o.t.t.
  1. doe op
  2. doet op
  3. doet op
  4. doen op
  5. doen op
  6. doen op
o.v.t.
  1. deed op
  2. deed op
  3. deed op
  4. deden op
  5. deden op
  6. deden op
v.t.t.
  1. heb opgedaan
  2. hebt opgedaan
  3. heeft opgedaan
  4. hebben opgedaan
  5. hebben opgedaan
  6. hebben opgedaan
v.v.t.
  1. had opgedaan
  2. had opgedaan
  3. had opgedaan
  4. hadden opgedaan
  5. hadden opgedaan
  6. hadden opgedaan
o.t.t.t.
  1. zal opdoen
  2. zult opdoen
  3. zal opdoen
  4. zullen opdoen
  5. zullen opdoen
  6. zullen opdoen
o.v.t.t.
  1. zou opdoen
  2. zou opdoen
  3. zou opdoen
  4. zouden opdoen
  5. zouden opdoen
  6. zouden opdoen
en verder
  1. is opgedaan
  2. zijn opgedaan
diversen
  1. doe op!
  2. doet op!
  3. opgedaan
  4. opdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdoen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fatta onverlangd krijgen; opdoen; oplopen begrijpen; beseffen; buitmaken; doorzien; iets bemachtigen; inzien; met het verstand vatten; onderkennen; realiseren; snappen; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
finna onverlangd krijgen; opdoen; oplopen lokaliseren; menen; opsporen; traceren; van mening zijn; vinden
onverlangd krijgen; opdoen; oplopen believen; halen; moeten; mogen; pakken; willen
skaffa sig onverlangd krijgen; opdoen; oplopen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
weinig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luttel; weinig

Wiktionary: opdoen


Cross Translation:
FromToVia
opdoen förvärva acquire — to gain, usually by one's own exertions; to get as one's own

Verwante vertalingen van opdoen