Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opdwingen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdwingen (Nederlands) in het Zweeds

opdwingen:

opdwingen werkwoord (dwing op, dwingt op, dwong op, dwongen op, opgedwongen)

  1. opdwingen
    ålägga
    • ålägga werkwoord (ålägger, åläggde, ålaggt)

Conjugations for opdwingen:

o.t.t.
  1. dwing op
  2. dwingt op
  3. dwingt op
  4. dwingen op
  5. dwingen op
  6. dwingen op
o.v.t.
  1. dwong op
  2. dwong op
  3. dwong op
  4. dwongen op
  5. dwongen op
  6. dwongen op
v.t.t.
  1. heb opgedwongen
  2. hebt opgedwongen
  3. heeft opgedwongen
  4. hebben opgedwongen
  5. hebben opgedwongen
  6. hebben opgedwongen
v.v.t.
  1. had opgedwongen
  2. had opgedwongen
  3. had opgedwongen
  4. hadden opgedwongen
  5. hadden opgedwongen
  6. hadden opgedwongen
o.t.t.t.
  1. zal opdwingen
  2. zult opdwingen
  3. zal opdwingen
  4. zullen opdwingen
  5. zullen opdwingen
  6. zullen opdwingen
o.v.t.t.
  1. zou opdwingen
  2. zou opdwingen
  3. zou opdwingen
  4. zouden opdwingen
  5. zouden opdwingen
  6. zouden opdwingen
en verder
  1. is opgedwongen
  2. zijn opgedwongen
diversen
  1. dwing op!
  2. dwingt op!
  3. opgedwongen
  4. opdwingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdwingen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ålägga opdwingen