Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opgewondenheid:
  2. opgewonden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgewondenheid (Nederlands) in het Zweeds

opgewondenheid:

opgewondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opgewondenheid (geilheid; hitsigheid; zin; lust)
    kåthet
    • kåthet [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de opgewondenheid (seksuele geprikkeldheid; opwinding)

Vertaal Matrix voor opgewondenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kåthet geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
sexuell upphetsning opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid

Verwante woorden van "opgewondenheid":


opgewonden:

opgewonden bijvoeglijk naamwoord

  1. opgewonden (seksueel opgewonden; geil; hitsig; heet)
    kått; upphetsad; sexuellt upphetsad; hett; tänd; upphetsat; tänt; sexuellt upphetsat

Vertaal Matrix voor opgewonden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hett geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; levendig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
kått geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
sexuellt upphetsad geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
sexuellt upphetsat geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
tänd geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangestoken
tänt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangestoken; belicht; beschenen; bijgelicht; verhelderd; verlicht
upphetsad geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; opgefokt; opgehitst
upphetsat geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; opgefokt; opgehitst

Verwante woorden van "opgewonden":


Wiktionary: opgewonden


Cross Translation:
FromToVia
opgewonden upphetsad excited — having great enthusiasm
opgewonden kåt; tänd horny — sexually aroused

Verwante vertalingen van opgewondenheid