Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. oprispen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oprispen (Nederlands) in het Zweeds

oprispen:

oprispen werkwoord (risp op, rispt op, rispte op, rispten op, opgerispt)

  1. oprispen (boeren; burpen)
    rapa
    • rapa werkwoord (rapar, rapade, rapat)

Conjugations for oprispen:

o.t.t.
  1. risp op
  2. rispt op
  3. rispt op
  4. rispen op
  5. rispen op
  6. rispen op
o.v.t.
  1. rispte op
  2. rispte op
  3. rispte op
  4. rispten op
  5. rispten op
  6. rispten op
v.t.t.
  1. heb opgerispt
  2. hebt opgerispt
  3. heeft opgerispt
  4. hebben opgerispt
  5. hebben opgerispt
  6. hebben opgerispt
v.v.t.
  1. had opgerispt
  2. had opgerispt
  3. had opgerispt
  4. hadden opgerispt
  5. hadden opgerispt
  6. hadden opgerispt
o.t.t.t.
  1. zal oprispen
  2. zult oprispen
  3. zal oprispen
  4. zullen oprispen
  5. zullen oprispen
  6. zullen oprispen
o.v.t.t.
  1. zou oprispen
  2. zou oprispen
  3. zou oprispen
  4. zouden oprispen
  5. zouden oprispen
  6. zouden oprispen
diversen
  1. risp op!
  2. rispt op!
  3. opgerispt
  4. oprispend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprispen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. oprispen (boeren)
    uppbrytning

Vertaal Matrix voor oprispen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rapa boer; oprisping
uppbrytning boeren; oprispen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rapa boeren; burpen; oprispen