Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opschrijven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opschrijven (Nederlands) in het Zweeds

opschrijven:

opschrijven werkwoord (schrijf op, schrijft op, schreef op, schreven op, opgeschreven)

  1. opschrijven (boeken; noteren; vastleggen; registreren; optekenen)
    lista; anteckna; skriva ner; notera
    • lista werkwoord (listar, listade, listat)
    • anteckna werkwoord (antecknar, antecknade, antecknat)
    • skriva ner werkwoord (skriver ner, skrev ner, skrivit ner)
    • notera werkwoord (noterar, noterade, noterat)
  2. opschrijven (noteren)
    skriva ner; notera
    • skriva ner werkwoord (skriver ner, skrev ner, skrivit ner)
    • notera werkwoord (noterar, noterade, noterat)

Conjugations for opschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf op
  2. schrijft op
  3. schrijft op
  4. schrijven op
  5. schrijven op
  6. schrijven op
o.v.t.
  1. schreef op
  2. schreef op
  3. schreef op
  4. schreven op
  5. schreven op
  6. schreven op
v.t.t.
  1. heb opgeschreven
  2. hebt opgeschreven
  3. heeft opgeschreven
  4. hebben opgeschreven
  5. hebben opgeschreven
  6. hebben opgeschreven
v.v.t.
  1. had opgeschreven
  2. had opgeschreven
  3. had opgeschreven
  4. hadden opgeschreven
  5. hadden opgeschreven
  6. hadden opgeschreven
o.t.t.t.
  1. zal opschrijven
  2. zult opschrijven
  3. zal opschrijven
  4. zullen opschrijven
  5. zullen opschrijven
  6. zullen opschrijven
o.v.t.t.
  1. zou opschrijven
  2. zou opschrijven
  3. zou opschrijven
  4. zouden opschrijven
  5. zouden opschrijven
  6. zouden opschrijven
en verder
  1. ben opgeschreven
  2. bent opgeschreven
  3. is opgeschreven
  4. zijn opgeschreven
  5. zijn opgeschreven
  6. zijn opgeschreven
diversen
  1. schrijf op!
  2. schrijft op!
  3. opgeschreven
  4. opschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opschrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lista hitlijst; hitparade; lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anteckna boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inschrijven; keurmerken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren
lista boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen erbij zeggen; noemen; opnoemen; opsommen; vermelden
notera boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanschouwen; bekijken; bemerken; boekstaven; kijken; letten op; notitie nemen van; onderscheiden; ontwaren; opmerken; optekenen; staren; te boek stellen; turen; zien
skriva ner boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aantekenen; boeken; boekstaven; kalken; noteren; notuleren; op schrift stellen; optekenen; pennen; registreren; schrijven; te boek stellen

Wiktionary: opschrijven


Cross Translation:
FromToVia
opschrijven lägga märke till; märka mark — take note of
opschrijven annotera; anteckna; notera notermarquer d’un trait dans un livre, dans un écrit.