Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ouderdom:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ouderdom (Nederlands) in het Zweeds

ouderdom:

ouderdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ouderdom
    ålder
    • ålder [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ouderdom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ålder ouderdom eeuw; epoch; epoche; era; honderd jaar; jaartelling; leeftijd; oudheid; periode; tijdperk; tijdrekening; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak

Wiktionary: ouderdom


Cross Translation:
FromToVia
ouderdom livslängd; livstid age — whole duration of a being
ouderdom ålder age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
ouderdom ålderdom age — latter part of life
ouderdom ålderdom vieillesseâge avancé.
ouderdom ålder; ålderdom âge — Période écoulée depuis la naissance