Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overgave:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overgave (Nederlands) in het Zweeds

overgave:

overgave [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de overgave (toewijding; devotie; inzet; )
    lidelse; passion; hängivenhet
  2. de overgave (capitulatie)
    kapitulation
  3. de overgave (passie; hartstocht; vurigheid; )
    passion
    • passion [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overgave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hängivenhet devotie; genegenheid; ijver; inzet; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid gelovigheid; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
kapitulation capitulatie; overgave
lidelse devotie; genegenheid; ijver; inzet; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
passion devotie; genegenheid; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; ijver; inzet; overgave; passie; toegewijdheid; toewijding; trouw; vurigheid; vuur; zorgzaamheid bezetenheid; drift; genoegen; genot; hartstocht; lust; obsessie; passie; vuur; wellust
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lidelse heftig; hevig

Verwante woorden van "overgave":

  • overgaven

Wiktionary: overgave


Cross Translation:
FromToVia
overgave kapitulation KapitulationVölkerrecht: Vertrag, in welchem sich ein Vertragspartner den Anordnungen des andern Vertragspartners unterwirft