Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overlopen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overliepen (Nederlands) in het Zweeds

overlopen:

overlopen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overlopen (oversteken)
    gå över; korsa över

Vertaal Matrix voor overlopen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå över overlopen; oversteken overtreffen
korsa över overlopen; oversteken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå över dwars oversteken; overgaan; overheen gaan; overschrijden

Verwante woorden van "overlopen":