Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. patat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor patat (Nederlands) in het Zweeds

patat:

patat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de patat (frites; friet)
    pommes frites
  2. de patat (aardappel; pieper)
    potatis
    • potatis [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor patat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pommes frites friet; frites; patat
potatis aardappel; patat; pieper aardappel

Verwante woorden van "patat":

  • patatten, patatje, patatjes

Wiktionary: patat

patat
noun
  1. gefrituurde aardappelreepjes

Cross Translation:
FromToVia
patat pommes frites chips — french fried potatoes; french fries.
patat pommes frites; strips french fries — deep fried strips of potato
patat potatis; potät; jordäpple; pära; pantoffel; plugg potato — plant tuber eaten as starchy vegetable
patat potatis KartoffelBotanik: eine Nutzpflanze mit weiß-bläulichen Blüten und grünen Beeren
patat potatis pomme de terre — Légume