Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plots:
  2. plot:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plots (Nederlands) in het Zweeds

plots:

plots bijvoeglijk naamwoord

  1. plots (plotseling; abrupt; opeens; )
    plötsligt; snabbt; oväntad; abrupt
  2. plots (plotseling; opeens; ineens; )
    plötsligt; plötslig

Vertaal Matrix voor plots:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrupt abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk bruusk; kortaf; nors; onzacht
oväntad abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk klakkelings; ongedacht; onverhoopt; onvermoed; onverwacht
plötslig abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps klakkelings; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien
plötsligt abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk klakkelings; ongedacht; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien
snabbt abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk alert; direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; haastig; in alle haast; kortstondig; oplettend; spoedig; terloops; uitgeslapen; vluchtig; wakker; weldra

Verwante woorden van "plots":


Wiktionary: plots


Cross Translation:
FromToVia
plots plötsligt; med ens suddenly — happening quickly and with little or no warning

plots vorm van plot:

plot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plot (verwikkeling; intrige)
    handling; intrig; plott
    • handling [-en] zelfstandig naamwoord
    • intrig [-en] zelfstandig naamwoord
    • plott zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handling intrige; plot; verwikkeling actie; aktie; daad; handeling
intrig intrige; plot; verwikkeling
plott intrige; plot; verwikkeling

Verwante woorden van "plot":