Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plotten:
  2. plot:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plotten (Nederlands) in het Zweeds

plotten:

plotten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. plotten (verwikkelingen; intriges)
    planer
    • planer zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
planer intriges; plotten; verwikkelingen

Verwante woorden van "plotten":


plotten vorm van plot:

plot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plot (verwikkeling; intrige)
    handling; intrig; plott
    • handling [-en] zelfstandig naamwoord
    • intrig [-en] zelfstandig naamwoord
    • plott zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handling intrige; plot; verwikkeling actie; aktie; daad; handeling
intrig intrige; plot; verwikkeling
plott intrige; plot; verwikkeling

Verwante woorden van "plot":