Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plug:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plug (Nederlands) in het Zweeds

plug:

plug [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plug (muurplug)
    gummipropp

Vertaal Matrix voor plug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gummipropp muurplug; plug

Verwante woorden van "plug":

  • pluggen

Wiktionary: plug


Cross Translation:
FromToVia
plug plugg Dübel — ein Hilfsmittel, um Schrauben durch Stauchung in ein Material belastbar zu befestigen

Verwante vertalingen van plug