Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. record:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor record (Nederlands) in het Zweeds

record:

record [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het record
    rekord; skiva
    • rekord [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skiva [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het record
    post
    • post [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor record:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
post record gebrachte brieven; invoer; post; posterijen; wachtpost
rekord record
skiva record album; elpee; feestavond; feestje; fiche; grammofoonplaat; lp; moot; party; plaat; plak; plakje; schijfje; tranche; viering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skiva doorsnijden

Verwante woorden van "record":


Wiktionary: record


Cross Translation:
FromToVia
record rekord record — most extreme known value of some achievement