Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ritus:
  2. Wiktionary:
    • ritus → rit


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ritus (Nederlands) in het Zweeds

ritus:

ritus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ritus
    rit; ceremoni; kyrkobruk
    • rit [-en] zelfstandig naamwoord
    • ceremoni [-en] zelfstandig naamwoord
    • kyrkobruk zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ritus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ceremoni ritus ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtige optocht; plechtigheid; plichtpleging; staatsie; viering
kyrkobruk ritus
rit ritus ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging

Verwante woorden van "ritus":

  • ritussen

Wiktionary: ritus


Cross Translation:
FromToVia
ritus rit rite — ritual