Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. scheiding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scheiding (Nederlands) in het Zweeds

scheiding:

scheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de scheiding (segregatie; verbreking)
    uppdelning; avskiljande; avsöndring

Vertaal Matrix voor scheiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskiljande scheiding; segregatie; verbreking afscheiding; afsplitsing
avsöndring scheiding; segregatie; verbreking
uppdelning scheiding; segregatie; verbreking afdeling; divisie; hoofdgroep; sectie; verdeling

Verwante woorden van "scheiding":


Synoniemen voor "scheiding":


Verwante definities voor "scheiding":

  1. beëindiging van een huwelijk1
    • de kinderen hebben de scheiding goed opgenomen1
  2. het uit elkaar gaan of uit elkaar zijn1
    • de scheiding duurde drie dagen1
  3. lijn op je hoofd waar het haar in verschillende richtingen gaat1
    • je moet een scheiding in je haar kammen1

Wiktionary: scheiding


Cross Translation:
FromToVia
scheiding division division — act or process of dividing anything
scheiding streck; strimla; strimma raieligne tracer sur une surface.