Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schipperen:
  2. schipper:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schipperen (Nederlands) in het Zweeds

schipperen:

schipperen werkwoord (schipper, schippert, schipperde, schipperden, geschipperd)

  1. schipperen (laveren)
    kompromissa
    • kompromissa werkwoord (kompromissar, kompromissade, kompromissat)

Conjugations for schipperen:

o.t.t.
  1. schipper
  2. schippert
  3. schippert
  4. schipperen
  5. schipperen
  6. schipperen
o.v.t.
  1. schipperde
  2. schipperde
  3. schipperde
  4. schipperden
  5. schipperden
  6. schipperden
v.t.t.
  1. heb geschipperd
  2. hebt geschipperd
  3. heeft geschipperd
  4. hebben geschipperd
  5. hebben geschipperd
  6. hebben geschipperd
v.v.t.
  1. had geschipperd
  2. had geschipperd
  3. had geschipperd
  4. hadden geschipperd
  5. hadden geschipperd
  6. hadden geschipperd
o.t.t.t.
  1. zal schipperen
  2. zult schipperen
  3. zal schipperen
  4. zullen schipperen
  5. zullen schipperen
  6. zullen schipperen
o.v.t.t.
  1. zou schipperen
  2. zou schipperen
  3. zou schipperen
  4. zouden schipperen
  5. zouden schipperen
  6. zouden schipperen
en verder
  1. ben geschipperd
  2. bent geschipperd
  3. is geschipperd
  4. zijn geschipperd
  5. zijn geschipperd
  6. zijn geschipperd
diversen
  1. schipper!
  2. schippert!
  3. geschipperd
  4. schipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schipperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kompromissa laveren; schipperen

Verwante woorden van "schipperen":


schipperen vorm van schipper:

schipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schipper (kapitein; scheepskapitein)
    kapten; skeppare
    • kapten [-en] zelfstandig naamwoord
    • skeppare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapten kapitein; scheepskapitein; schipper aanvoerder; bevelhebber; captain; commandant; directeur; gezagvoerder; hoofd; hoofdman; kapitein; leider; overste; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; vliegtuigkapitein; vlootschipper
skeppare kapitein; scheepskapitein; schipper kapiteins; scheepsgezagvoerders; scheepskapiteins; scheper; schippers

Verwante woorden van "schipper":