Schoft in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

schoft:
- fitta; skurk; axel; skithuvud; bastard; bov; usling; busunge; rackare
Wiktionary:
- schoft → slödder, pöbel, kanalje, rackare, byting, skälm

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoft (Nederlands) in het Zweeds

de schoft (kuttenkop; hoerenjong; pleurislijder; pleurislijer; smeerlap; klootzak; loeder; ploert)
fitta
- fitta [-en] zelfstandig naamwoord !
de schoft (rotzak; smeerlap; mispunt; naarling; smiecht; fielt; stinkerd)
skurk
- skurk [-en] zelfstandig naamwoord
de schoft (schouder)
axel
- axel [-en] zelfstandig naamwoord
de schoft (klootzak; schobbejak; hond; schoelje; lul; eikel; smeerlap)
skithuvud; bastard
- skithuvud zelfstandig naamwoord
- bastard [-en] zelfstandig naamwoord
de schoft (ellendeling; schurk; smeerlap; kreng; klier; stuk ongeluk; mispunt)
skurk; bov; usling
- skurk [-en] zelfstandig naamwoord
- bov [-en] zelfstandig naamwoord
- usling [-en] zelfstandig naamwoord
de schoft (smiecht; fielt; smeerlap; schoelje; smiek)
busunge; rackare
- busunge [-en] zelfstandig naamwoord
- rackare [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
axel	schoft; schouder	as
bastard	eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap
bov	ellendeling; klier; kreng; mispunt; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk	bandiet; boef; boosdoener; booswicht; deugniet; fielt; guit; kaffer; olijkerd; onverlaat; paljas; picaro; rakker; rotvent; schavuit; schelm; schobbejak; schurk; slechtaard; snaak; snertvent; snoodaard; spitsboef; stinkerd
busunge	fielt; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek	schooiers; sloebers
fitta	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	kut
rackare	fielt; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek	boef; galgenbrok; galgentronie; kaffer; rekel; rotvent; schelmpje; schooiers; sloebers; snaak; snertvent
skithuvud	eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap	boerenlul; hork; lummel; oetlul
skurk	ellendeling; fielt; klier; kreng; mispunt; naarling; rotzak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; stuk ongeluk	bandiet; bedrieger; boef; boosdoener; booswicht; fielt; gemenerik; kaffer; onverlaat; oplichter; picaro; rabauw; rotvent; schavuit; schelm; schobbejak; schooier; schurk; slechtaard; sloeber; snertvent; snoodaard; spitsboef
usling	ellendeling; klier; kreng; mispunt; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk	boef; fielt; gemenerik; kaffer; rotvent; schobbejak; schooier; schurk; sloeber; snertvent; spitsboef

Cross Translation:

From	To	Via
• schoft	→ slödder; pöbel; kanalje; rackare; byting; skälm	↔ canaille — péjoratif\|fr (term, Collectif) vil populace.