Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slokje:
  2. slok:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slokje (Nederlands) in het Zweeds

slokje:

slokje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het slokje (kleine slok)
    mun; tår; droppe; klunk
    • mun zelfstandig naamwoord
    • tår [-en] zelfstandig naamwoord
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord
    • klunk [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het slokje (glaasje jenever; neutje; glaasje; borreltje; opkikkertje)
    styrketår; en sup

Vertaal Matrix voor slokje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppe kleine slok; slokje borrel; drop; dropping; druppel; kledder; klodder; kwak; lik; neut; staande receptie
en sup borreltje; glaasje; glaasje jenever; neutje; opkikkertje; slokje
klunk kleine slok; slokje
mun kleine slok; slokje bek; mond; muil; smoel; smoelwerk; waffel
styrketår borreltje; glaasje; glaasje jenever; neutje; opkikkertje; slokje borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
tår kleine slok; slokje

Verwante woorden van "slokje":


slokje vorm van slok:

slok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slok (teug; dronk)
    fatöl; tappning
    • fatöl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tappning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fatöl dronk; slok; teug tapbier
tappning dronk; slok; teug bottelen

Verwante woorden van "slok":


Synoniemen voor "slok":


Verwante definities voor "slok":

  1. hoeveelheid van één keer slikken1
    • mag ik ook een slokje proeven?1

Wiktionary: slok


Cross Translation:
FromToVia
slok drag; svälj; svep; slurk draft — amount of liquid that is drunk in one swallow
slok klunk draught — an amount of liquid that is drunk in one swallow