Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. snuisterij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snuisterij (Nederlands) in het Zweeds

snuisterij:

snuisterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de snuisterij (kleinigheid)
    smula; obetydlighet; liten sak
  2. de snuisterij (hebbeding)
    grej; pryl; manick
    • grej [-en] zelfstandig naamwoord
    • pryl [-en] zelfstandig naamwoord
    • manick [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snuisterij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grej hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje
liten sak kleinigheid; snuisterij
manick hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje
obetydlighet kleinigheid; snuisterij onbelangrijkheid
pryl hebbeding; snuisterij gadget; modeartikel; nieuwtje; priem; snufje
smula kleinigheid; snuisterij beetje; kruim; kruimel; kruimeltje; plakje; schijfje; zier

Verwante woorden van "snuisterij":


Wiktionary: snuisterij


Cross Translation:
FromToVia
snuisterij nipper; nipp Nippes — kleine Figuren meist aus Porzellan oder Glas, Ziergegenstände