Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spons:
  2. spon:
  3. sponsen:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spons (Nederlands) in het Zweeds

spons:

spons [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spons
    svamp
    • svamp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svamp spons champignon; champignons; paddestoel; paddestoelsoort; schimmelplant; tondel; zwam

Verwante woorden van "spons":


Wiktionary: spons


Cross Translation:
FromToVia
spons svamp éponge — Groupe d’animal invertébrés marins dont le corps fournit une substance poreux qui a la propriété d’absorber les liquides.

spon:

spon [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spon (tapkast; bar; drankbuffet; )
    barskåp

Vertaal Matrix voor spon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barskåp bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog

Verwante woorden van "spon":


spons vorm van sponsen:

sponsen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sponsen
    svampar

Vertaal Matrix voor sponsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svampar sponsen sponzen

Verwante woorden van "sponsen":