Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spouw:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spouw (Nederlands) in het Zweeds

spouw:

spouw [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spouw
    klyfta
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klyfta spouw bergkloof; bergspleet; kloof; ravijn; rotskloof; rotsspleet; twee-eenheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klyfta loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen

Verwante woorden van "spouw":

  • spouwen

spouwen:


Verwante woorden van "spouwen":