Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sticker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sticker (Nederlands) in het Zweeds

sticker:

sticker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sticker (label; etiket; plakker; plakkertje)
    sticker; etikett

Vertaal Matrix voor sticker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etikett etiket; label; plakker; plakkertje; sticker beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gevoeglijkheid; label; notitiemarkering; tag; welgemanierdheid
sticker etiket; label; plakker; plakkertje; sticker

Verwante woorden van "sticker":