Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stijging:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stijging (Nederlands) in het Zweeds

stijging:

stijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de stijging (opstijgen; stijgen; omhoogkomen; klimmen)
    bestigning; uppfärt
  2. de stijging (toename; verhoging; vermedevuldigen; )
    ökning; tilltagande

stijging

  1. stijging (sprong)

Vertaal Matrix voor stijging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestigning klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging scheepsaffuit
tilltagande aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
uppfärt klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
ökning aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanvoeging; omhoog komen; toename; toename voorraad; toenames; toenemingen; vermeerderingen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
höjning sprong; stijging
stegring sprong; stijging
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tilltagande in toenemende mate; meer en meer; toenemend

Verwante woorden van "stijging":

  • stijgingen

Wiktionary: stijging


Cross Translation:
FromToVia
stijging höjande; stegring; lyftning; förädling élévation — Augmentation, hausse d’une valeur.