Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stomen (Nederlands) in het Zweeds

stomen:

stomen werkwoord (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)

  1. stomen (uitwasemen; dampen; wasemen)
    dämpa
    • dämpa werkwoord (dämpar, dämpade, dämpat)

Conjugations for stomen:

o.t.t.
  1. stoom
  2. stoomt
  3. stoomt
  4. stomen
  5. stomen
  6. stomen
o.v.t.
  1. stoomde
  2. stoomde
  3. stoomde
  4. stoomden
  5. stoomden
  6. stoomden
v.t.t.
  1. ben gestoomd
  2. bent gestoomd
  3. is gestoomd
  4. zijn gestoomd
  5. zijn gestoomd
  6. zijn gestoomd
v.v.t.
  1. was gestoomd
  2. was gestoomd
  3. was gestoomd
  4. waren gestoomd
  5. waren gestoomd
  6. waren gestoomd
o.t.t.t.
  1. zal stomen
  2. zult stomen
  3. zal stomen
  4. zullen stomen
  5. zullen stomen
  6. zullen stomen
o.v.t.t.
  1. zou stomen
  2. zou stomen
  3. zou stomen
  4. zouden stomen
  5. zouden stomen
  6. zouden stomen
diversen
  1. stoom!
  2. stoomt!
  3. gestoomd
  4. stomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dämpa dampen; stomen; uitwasemen; wasemen dimmen; lessen; stillen; temperen; vervriendelijken; verzachten

Verwante woorden van "stomen":


Wiktionary: stomen


Cross Translation:
FromToVia
stomen ångkoka; ånga dämpfenGastronomie: mit Hilfe von Dampf garen
stomen ångkoka dünsten — Speisen im geschlossenen Gefäß garen, dämpfen
stomen ångkoka steam — cooking: to cook with steam