Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. strak zitten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strak zitten (Nederlands) in het Zweeds

strak zitten:

strak zitten werkwoord (zit strak, zat strak, zaten strak, strak gezeten)

  1. strak zitten (knellen)
    pressa; krama; klämma; nypa
    • pressa werkwoord (pressar, pressade, pressat)
    • krama werkwoord (kramar, kramade, kramat)
    • klämma werkwoord (klämmer, klämmde, klämmt)
    • nypa werkwoord (nypar, nypade, nypat)

Conjugations for strak zitten:

o.t.t.
  1. zit strak
  2. zit strak
  3. zit strak
  4. zitten strak
  5. zitten strak
  6. zitten strak
o.v.t.
  1. zat strak
  2. zat strak
  3. zat strak
  4. zaten strak
  5. zaten strak
  6. zaten strak
v.t.t.
  1. heb strak gezeten
  2. hebt strak gezeten
  3. heeft strak gezeten
  4. hebben strak gezeten
  5. hebben strak gezeten
  6. hebben strak gezeten
v.v.t.
  1. had strak gezeten
  2. had strak gezeten
  3. had strak gezeten
  4. hadden strak gezeten
  5. hadden strak gezeten
  6. hadden strak gezeten
o.t.t.t.
  1. zal strak zitten
  2. zult strak zitten
  3. zal strak zitten
  4. zullen strak zitten
  5. zullen strak zitten
  6. zullen strak zitten
o.v.t.t.
  1. zou strak zitten
  2. zou strak zitten
  3. zou strak zitten
  4. zouden strak zitten
  5. zouden strak zitten
  6. zouden strak zitten
en verder
  1. ben strak gezeten
  2. bent strak gezeten
  3. is strak gezeten
  4. zijn strak gezeten
  5. zijn strak gezeten
  6. zijn strak gezeten
diversen
  1. zit strak!
  2. zitt strak!
  3. strak gezeten
  4. strak zittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strak zitten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klämma klamp; klem; klemhaak; koeklauw; kram; krammetje
krama geminnekoos; gevrij; vrijerij
nypa afsnoepen; kneep; knijpen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klämma knellen; strak zitten dichtknijpen; drukken; knellen; persen
krama knellen; strak zitten dichtknijpen; drukken; knellen; knuffelen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen
nypa knellen; strak zitten achteroverdrukken; drukken; gappen; inpikken; jatten; knellen; ontvreemden; pikken; stelen; vastknijpen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken
pressa knellen; strak zitten aandrukken; dichtknijpen; dringen; duwen; gladstrijken; leegknijpen; oppersen; persen; ronselen; strijken; uitpersen; vastdrukken

Verwante vertalingen van strak zitten