Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. strekken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strekken (Nederlands) in het Zweeds

strekken:

strekken werkwoord (strek, strekt, strekte, strekten, gestrekt)

  1. strekken
    sträcka ut; stretcha
    • sträcka ut werkwoord (sträcker ut, sträckte ut, sträckt ut)
    • stretcha werkwoord (stretchar, stretchade, stretchat)

Conjugations for strekken:

o.t.t.
  1. strek
  2. strekt
  3. strekt
  4. strekken
  5. strekken
  6. strekken
o.v.t.
  1. strekte
  2. strekte
  3. strekte
  4. strekten
  5. strekten
  6. strekten
v.t.t.
  1. heb gestrekt
  2. hebt gestrekt
  3. heeft gestrekt
  4. hebben gestrekt
  5. hebben gestrekt
  6. hebben gestrekt
v.v.t.
  1. had gestrekt
  2. had gestrekt
  3. had gestrekt
  4. hadden gestrekt
  5. hadden gestrekt
  6. hadden gestrekt
o.t.t.t.
  1. zal strekken
  2. zult strekken
  3. zal strekken
  4. zullen strekken
  5. zullen strekken
  6. zullen strekken
o.v.t.t.
  1. zou strekken
  2. zou strekken
  3. zou strekken
  4. zouden strekken
  5. zouden strekken
  6. zouden strekken
en verder
  1. ben gestrekt
  2. bent gestrekt
  3. is gestrekt
  4. zijn gestrekt
  5. zijn gestrekt
  6. zijn gestrekt
diversen
  1. strek!
  2. strekt!
  3. gestrekt
  4. strekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strekken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stretcha strekken oprekken; rekken
sträcka ut strekken rekken; uitrekken; uitstrekken; verlengen

Wiktionary: strekken


Cross Translation:
FromToVia
strekken sprida; sträcka spread — to extend, stretch out (limbs etc)
strekken sträcka stretch — lengthen by pulling
strekken trycka serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
strekken förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van strekken