Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. superieur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor superieur (Nederlands) in het Zweeds

superieur:

superieur bijvoeglijk naamwoord

  1. superieur
    bättre; överlägset

superieur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de superieur (baas; meester; meerdere; patroon)
    ledare; chef
    • ledare [-en] zelfstandig naamwoord
    • chef [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de superieur (meerdere)
    överste

Vertaal Matrix voor superieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chef baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoerder; baas; bedrijfsleider; chef; directeur; hoofd; hoofdman; leider; leidinggevend personeel; manager; toean; voorman; werkbaas
ledare baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoerder; baas; chef; directeuren; directeurs; elektriciteitsgeleider; geleider; groepsleider; haantje-de-voorste; haantjes de voorste; hoofd; hoofdartikel; hoofdleider; hoofdman; hoofdmannen; hopvrouw; kopman; leider; leiders; leidsmannen; opperhoofd; opperhoofden; plaatsbekleder; redactioneel commentaar; stadhouder; stamhoofd; voorman; voorwerker; werkbaas; zetbaas
överste meerdere; superieur kolonel; meerderen; superieuren; topfunctionaris; topman
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bättre superieur
överlägset superieur aanmatigend; afstandelijk; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; koel; koud; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Verwante woorden van "superieur":


Wiktionary: superieur


Cross Translation:
FromToVia
superieur överlägsen superior — higher in rank or quality