Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tandpijn:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tandpijn (Nederlands) in het Zweeds

tandpijn:

tandpijn [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tandpijn (kiespijn)
    tandvärk

Vertaal Matrix voor tandpijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tandvärk kiespijn; tandpijn

Wiktionary: tandpijn


Cross Translation:
FromToVia
tandpijn tandvärk toothache — ache in a tooth