Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tenietdoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tenietdoen (Nederlands) in het Zweeds

tenietdoen:

tenietdoen werkwoord

  1. tenietdoen (delgen; vernietigen)
    säga upp; återkalla; avbeställa; annullera
    • säga upp werkwoord (säger upp, sa upp, sagt upp)
    • återkalla werkwoord (återkallar, återkallade, återkallat)
    • avbeställa werkwoord (avbeställer, avbeställde, avbeställt)
    • annullera werkwoord (annullerar, annullerade, annullerat)

Vertaal Matrix voor tenietdoen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annullera delgen; tenietdoen; vernietigen herroepen; nullificeren; ondervangen; ongeldig maken; opheffen; te niet doen; teniet doen; terugdraaien; terugroepen; verijdelen; vernietigen
avbeställa delgen; tenietdoen; vernietigen afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren
säga upp delgen; tenietdoen; vernietigen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
återkalla delgen; tenietdoen; vernietigen herroepen; intrekken; terughalen; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
- nietig maken; nietig verklaren; ontkrachten

Wiktionary: tenietdoen


Cross Translation:
FromToVia
tenietdoen ångra undo — to reverse
tenietdoen avskaffa; upphäva abroger — Rendre nul. principalement en parlant de lois, de coutumes
tenietdoen arbeställa; annullera annulerrendre nul.
tenietdoen arbeställa; utplåna supprimer — Traductions à trier suivant le sens