Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teruggaan (Nederlands) in het Zweeds

teruggaan:

teruggaan werkwoord (ga terug, gaat terug, ging terug, gingen terug, teruggegaan)

  1. teruggaan (omkeren; keren)
    återvända
    • återvända werkwoord (återvänder, återvändde, återvänt)
  2. teruggaan (teruggrijpen; dateren)
    gå tillbaka till; återgå
    • gå tillbaka till werkwoord (går tillbaka till, gick tillbaka till, gått tillbaka till)
    • återgå werkwoord (återgår, återgick, återgått)
  3. teruggaan (minder worden; declineren; afnemen; )
    minska; sjunka; förfalla; avta; gå ner
    • minska werkwoord (minskar, minskade, minskat)
    • sjunka werkwoord (sjunker, sjönk, sjunkit)
    • förfalla werkwoord (förfaller, förföll, förfallit)
    • avta werkwoord (avtar, avtog, avtagit)
    • gå ner werkwoord (går ner, gick ner, gått ner)
  4. teruggaan (vergaan; achteruitgaan; instorten; )
    avta; gå utför; vara i avtagande
    • avta werkwoord (avtar, avtog, avtagit)
    • gå utför werkwoord (går utför, gick utför, gått utför)
    • vara i avtagande werkwoord (är i avtagande, var i avtagande, varit i avtagande)

Conjugations for teruggaan:

o.t.t.
  1. ga terug
  2. gaat terug
  3. gaat terug
  4. gaan terug
  5. gaan terug
  6. gaan terug
o.v.t.
  1. ging terug
  2. ging terug
  3. ging terug
  4. gingen terug
  5. gingen terug
  6. gingen terug
v.t.t.
  1. ben teruggegaan
  2. bent teruggegaan
  3. is teruggegaan
  4. zijn teruggegaan
  5. zijn teruggegaan
  6. zijn teruggegaan
v.v.t.
  1. was teruggegaan
  2. was teruggegaan
  3. was teruggegaan
  4. waren teruggegaan
  5. waren teruggegaan
  6. waren teruggegaan
o.t.t.t.
  1. zal teruggaan
  2. zult teruggaan
  3. zal teruggaan
  4. zullen teruggaan
  5. zullen teruggaan
  6. zullen teruggaan
o.v.t.t.
  1. zou teruggaan
  2. zou teruggaan
  3. zou teruggaan
  4. zouden teruggaan
  5. zouden teruggaan
  6. zouden teruggaan
diversen
  1. ga terug!
  2. gat terug!
  3. teruggegaan
  4. teruggaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor teruggaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sjunka wegzakken
återvända terugkomst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avta achteruitgaan; afnemen; bezwijken; dalen; declineren; instorten; minder worden; minderen; tanen; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verminderen; verrotten; verteren; vervallen; wegrotten; zinken achteruitgaan; afnemen; declineren; lijntrekken; minder worden
förfalla afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afrotten; bederven; bouwvallig worden; brokkelen; kruimelen; ongeldig worden; rotten; vergaan; verkommeren; vermolmen; verrotten; vervallen; wegrotten
gå ner afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen naar beneden gaan; naar beneden lopen; neergaan; omlaaggaan
gå tillbaka till dateren; teruggaan; teruggrijpen
gå utför achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen
minska afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; declineren; denigreren; inkrimpen; kleiner maken; kleineren; krimpen; lager maken; lenigen; minder worden; minimaliseren; slinken; slinkend; tanend; terugdraaien; terugschroeven; verkleinen; verlagen; verlichten; verminderen; verzachten
sjunka afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afnemen; doen zinken; inkrimpen; krimpen; lager worden; minder worden; naar beneden gaan; naar beneden lopen; neergaan; omlaaggaan; onder water gaan; ondergaan; slinken; verkleinen; verminderen; zinken
vara i avtagande achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
återgå dateren; teruggaan; teruggrijpen
återvända keren; omkeren; teruggaan terugbezorgen; wederkeren; weerkeren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
minska afname voorraad; vermindering

Wiktionary: teruggaan


Cross Translation:
FromToVia
teruggaan återvända return — to go back in thought, narration, or argument
teruggaan backa; rygga; baklänges reculertirer ou pousser un objet en arrière.