Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tochtigheid:
  2. tochtig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tochtigheid (Nederlands) in het Zweeds

tochtigheid:

tochtigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tochtigheid (loopsheid; bronst; krolsheid)
    brunst; upphetsning; hetsighet

Vertaal Matrix voor tochtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brunst bronst; krolsheid; loopsheid; tochtigheid
hetsighet bronst; krolsheid; loopsheid; tochtigheid driftigheid; heftigheid
upphetsning bronst; krolsheid; loopsheid; tochtigheid gejaagdheid; opgetogenheid

Verwante woorden van "tochtigheid":


tochtigheid vorm van tochtig:

tochtig bijvoeglijk naamwoord

  1. tochtig (trekkerig)
    dragit
    • dragit bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tochtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dragit tochtig; trekkerig

Verwante woorden van "tochtig":


Wiktionary: tochtig


Cross Translation:
FromToVia
tochtig löptid; brunst heat — condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile
tochtig löpsk läufigpaarungsbereit (bei Hunden)