Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toegankelijkheid:
  2. toegankelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toegankelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

toegankelijkheid:

toegankelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de toegankelijkheid
    tillgänglighet
  2. de toegankelijkheid
    hjälpmedel

Vertaal Matrix voor toegankelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjälpmedel toegankelijkheid gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; hulpmiddel; instrument; instrumenten; redmiddel; ressource; toegankelijkheidsfunctie; werktuig; werktuigen
tillgänglighet toegankelijkheid beschikbaarheid; beschikking; online status; status

Verwante woorden van "toegankelijkheid":


Wiktionary: toegankelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
toegankelijkheid tillgänglighet accessibilitéqualité de ce qui est accessible.

toegankelijk:

toegankelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. toegankelijk (genaakbaar; benaderbaar; open)
    åtkomligt; åtkomlig
  2. toegankelijk (aanspreekbaar; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar)
    smidig; smidigt; böjligt; eftergiven; eftergivet
  3. toegankelijk (begaanbaar; bereikbaar)

Vertaal Matrix voor toegankelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidig aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; flexibel; meegaand; probleemloos; smeuïg; soepel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidigt aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; elastisch; flexibel; gemakkelijk; lenig; meegaand; rekbaar; smeuïg; soepel; veerkrachtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böjligt aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; plooibaar; soepel; vouwbaar
eftergiven aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk
eftergivet aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk plooibaar; vouwbaar
möjlighet att komma åt begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk
åtkomlig benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk
åtkomligt benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk

Verwante woorden van "toegankelijk":

  • toegankelijkheid, toegankelijker, toegankelijkere, toegankelijkst, toegankelijkste, toegankelijke

Wiktionary: toegankelijk


Cross Translation:
FromToVia
toegankelijk tillgänglig abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.
toegankelijk tillgänglig accessible — Où l’on peut accéder.