Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toegelaten (Nederlands) in het Zweeds

toegelaten:

toegelaten bijvoeglijk naamwoord

  1. toegelaten (gepermitteerd; veroorloofd; toegestaan; geoorloofd)
    tillåtligt; tolererbart; tolererbar
  2. toegelaten (opgenomen; opgevat)
    tillåtet; tillåten
  3. toegelaten (gedoogd)
    accepterat; tillåtet; tillåten; tolererat; tolererad

Vertaal Matrix voor toegelaten:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accepterat gedoogd; toegelaten aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
tillåten gedoogd; opgenomen; opgevat; toegelaten
tillåtet gedoogd; opgenomen; opgevat; toegelaten
tillåtligt geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
tolererad gedoogd; toegelaten gedoogde; gedulde; getolereerde; verduurde
tolererat gedoogd; toegelaten gedoogde; gedulde; getolereerde
tolererbar geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
tolererbart geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd

toelaten:

toelaten werkwoord (laat toe, liet toe, lieten toe, toegelaten)

  1. toelaten (toestaan; laten; permitteren; )
    tillåta
    • tillåta werkwoord (tillåter, tillåtit, tillät)
  2. toelaten (binnen laten)
    medge
    • medge werkwoord (medger, medge, medgivit)
  3. toelaten (iemand toelaten)
    tillstå
    • tillstå werkwoord (tillstår, tillstod, tillstått)

Conjugations for toelaten:

o.t.t.
  1. laat toe
  2. laat toe
  3. laat toe
  4. laten toe
  5. laten toe
  6. laten toe
o.v.t.
  1. liet toe
  2. liet toe
  3. liet toe
  4. lieten toe
  5. lieten toe
  6. lieten toe
v.t.t.
  1. heb toegelaten
  2. hebt toegelaten
  3. heeft toegelaten
  4. hebben toegelaten
  5. hebben toegelaten
  6. hebben toegelaten
v.v.t.
  1. had toegelaten
  2. had toegelaten
  3. had toegelaten
  4. hadden toegelaten
  5. hadden toegelaten
  6. hadden toegelaten
o.t.t.t.
  1. zal toelaten
  2. zult toelaten
  3. zal toelaten
  4. zullen toelaten
  5. zullen toelaten
  6. zullen toelaten
o.v.t.t.
  1. zou toelaten
  2. zou toelaten
  3. zou toelaten
  4. zouden toelaten
  5. zouden toelaten
  6. zouden toelaten
en verder
  1. ben toegelaten
  2. bent toegelaten
  3. is toegelaten
  4. zijn toegelaten
  5. zijn toegelaten
  6. zijn toegelaten
diversen
  1. laat toe!
  2. laatt toe!
  3. toegelaten
  4. toelatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toelaten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medge binnen laten; toelaten iets als lof zeggen; nageven; openbaren; opnemen; opvangen; zich uiten
tillstå iemand toelaten; toelaten als waar erkennen; erkennen; openbaren; toegeven; zich uiten
tillåta dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen akkoord gaan; goed vinden; gunnen; gunst verlenen; instemmen; permitteren; toekennen; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; veroorloven

Wiktionary: toelaten


Cross Translation:
FromToVia
toelaten släppa in admit — to allow to enter; to grant entrance
toelaten tillåta admit — to allow (one) to enter on an office or to enjoy a privilege
toelaten tillåta admit — to be capable of, to permit
toelaten tillstånd; licensiera license — authorize officially
toelaten tolerera tolerate — to allow without interference
toelaten befullmäktiga; auktorisera; ackreditera autorisieren — jemanden berechtigen, bevollmächtigen
toelaten tacka ja till admettrerecevoir par choix, faveur ou condescendance.
toelaten tåla; tolerera tolérersupporter.