Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toneel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toneel (Nederlands) in het Zweeds

toneel:

toneel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het toneel (aanstellerij)
    mallighet; snobberi
  2. het toneel (toneelpodium; podium)
    scen; estrad
    • scen [-en] zelfstandig naamwoord
    • estrad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toneel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estrad podium; toneel; toneelpodium etappe; parcoursetappe
mallighet aanstellerij; toneel
scen podium; toneel; toneelpodium etappe; parcoursetappe; scène; thema
snobberi aanstellerij; toneel

Verwante woorden van "toneel":

  • toneeltje, toneeltjes

Synoniemen voor "toneel":


Verwante definities voor "toneel":

  1. verhoging waarop mensen een spel opvoeren1
    • op het toneel werd een prachtig spel gespeeld1
  2. spel waarbij mensen voor een publiek een verhaal uitbeelden1
    • hij gaat bij het toneel1

Wiktionary: toneel


Cross Translation:
FromToVia
toneel platform stage — in theatre
toneel scen scèneTraductions à trier suivant le sens
toneel teater théâtre — vieux|fr édifice destiné à la représentation.