Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tong:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tong (Nederlands) in het Zweeds

tong:

tong [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tong (tongschar)
    bergtunga
  2. de tong (verschuifbare sluiting; grendel; schuif; schoot)
    lås; regel; bult
    • lås [-ett] zelfstandig naamwoord
    • regel [-en] zelfstandig naamwoord
    • bult [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tong:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergtunga tong; tongschar
bult grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting deurknip; klem; knip; pen; pin; rolbeugel; tapbout
lås grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting knipbeugel; sluiswerk
regel grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting dienstvoorschrift; filter; grendel; knip; regel; reglement; reglementering; richtlijn; richtsnoer; schuif; sluitinrichting voor deur of raam; stelregel; voorschrift
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lås vergrendelen

Verwante woorden van "tong":


Wiktionary: tong


Cross Translation:
FromToVia
tong tungomål; språk language — system of communication using words or symbols
tong sula sole — fish
tong tunga tongue — organ
tong plös; tunga tongue — flap in a shoe
tong sjötunga SeezungeIchthyologie: ein bis 60 cm langer und bis 4 kg schwerer Plattfisch der Nordsee und des Mittelmeeres
tong tunga ZungeAnatomie: das bewegliche Organ im Mund, mit dem man schmeckt, schleckt, leckt, die Nahrung hin und her schiebt und spricht
tong tunga ZungeMusik: Teil in einem Musikinstrument, das im Luftstrom schwingt
tong tunga; tungomål Zungeübertragen, dichterisch: Sprache
tong tunga langue — Organe musculaire charnu et mobile de la bouche.

Verwante vertalingen van tong