Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. touwtjespringen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor touwtjespringen (Nederlands) in het Zweeds

touwtjespringen:

touwtjespringen werkwoord (spring touwtje, springt touwtje, sprong touwtje, sprongen touwtje, touwtjegespronken)

  1. touwtjespringen
    hoppa
    • hoppa werkwoord (hoppar, hoppade, hoppat)

Conjugations for touwtjespringen:

o.t.t.
  1. spring touwtje
  2. springt touwtje
  3. springt touwtje
  4. springen touwtje
  5. springen touwtje
  6. springen touwtje
o.v.t.
  1. sprong touwtje
  2. sprong touwtje
  3. sprong touwtje
  4. sprongen touwtje
  5. sprongen touwtje
  6. sprongen touwtje
v.t.t.
  1. heb touwtjegespronken
  2. hebt touwtjegespronken
  3. heeft touwtjegespronken
  4. hebben touwtjegespronken
  5. hebben touwtjegespronken
  6. hebben touwtjegespronken
v.v.t.
  1. had touwtjegespronken
  2. had touwtjegespronken
  3. had touwtjegespronken
  4. hadden touwtjegespronken
  5. hadden touwtjegespronken
  6. hadden touwtjegespronken
o.t.t.t.
  1. zal touwtjespringen
  2. zult touwtjespringen
  3. zal touwtjespringen
  4. zullen touwtjespringen
  5. zullen touwtjespringen
  6. zullen touwtjespringen
o.v.t.t.
  1. zou touwtjespringen
  2. zou touwtjespringen
  3. zou touwtjespringen
  4. zouden touwtjespringen
  5. zouden touwtjespringen
  6. zouden touwtjespringen
en verder
  1. ben touwtjegespronken
  2. bent touwtjegespronken
  3. is touwtjegespronken
  4. zijn touwtjegespronken
  5. zijn touwtjegespronken
  6. zijn touwtjegespronken
diversen
  1. spring touwtje!
  2. springt touwtje!
  3. touwtjegespronken
  4. touwtjespringen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

touwtjespringen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. touwtjespringen
    hoppande

Vertaal Matrix voor touwtjespringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa sprongetje
hoppande touwtjespringen gehuppel; gespring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa touwtjespringen bokspringen; een sprongetje maken; hinkelen; hinken; hoppen; springen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppande hardlopend; huppelend; met sprongen; snellopend; springend; springenderwijs; sprongsgewijs

Wiktionary: touwtjespringen


Cross Translation:
FromToVia
touwtjespringen hopprep skipping rope — rope for play or exercise