Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. trog:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trog (Nederlands) in het Zweeds

trog:

trog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trog (voedertrog; voederkrib)
    fodertråg

Vertaal Matrix voor trog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fodertråg trog; voederkrib; voedertrog voederbak

Verwante woorden van "trog":

  • troggen

Wiktionary: trog

trog
noun
  1. een langgerekte voederbak.
  2. een langgerekte, nauwe en diepe kloof in de zeebodem veroorzaakt door subductie van een tektonische plaat.